Het is niet de schuld van de media. [Of toch?]

Nico Carpentier

Docent communicatiewetenschappen aan de Katholieke Universiteit Brussel en Vrije Universiteit Brussel
De Morgen - 16 juni 2004 - pagina 9

‘We hebben meer (en niet minder) media-aandacht voor het Vlaams Blok nodig, maar wel van een andere aard en vorm'

De stelling dat het extreem-rechtse Vlaams Blok er weer in geslaagd is stemmenwinst te boeken, is geen ingetrapte open deur of platitude. Het mag dat niet zijn. Het essentialistische en populistische verhaal van het Blok smeekt meer dan ooit om onze aandacht. Er is vanuit een rationele en emotionele democratische reflex oneindig veel over deze partij te zeggen. En velen zullen dat ook voor mij, met mij en na mij doen, soms pathetisch, soms in een poging tot begrijpen, soms woedend. Terecht.

Met deze tekst wil ik de woorden en beelden die voor deze verkiezingen over het Vlaams Blok zijn geproduceerd, herbekijken en ter discussie stellen. Al tijdens de verkiezingsdebatten en -uitzendingen op 13 juni kwam de discussie over de media en hun beeldvorming over het Vlaams Blok bovendrijven, en ze is te belangrijk om ze weer te laten wegzinken. De voor de hand liggende vraag is hier natuurlijk: hebben de media schuld aan deze stemmenwinst? Het misschien wat onverwachte antwoord hier is: nee. Het zou te eenvoudig en te onconstructief zijn om één sociaal systeem uit te roepen tot schuldige of dader. Toch zijn de media niet alleen belangrijke politieke informatiebronnen, maar tegelijk functioneren ze als ideologische machines. Ze tonen niet alleen (politieke en sociale) werkelijkheden, ze legitimeren en normaliseren ze.

Dat legt een grote verantwoordelijkheid (maar geen schuld) bij de media, omdat de beeldvorming die zij mee genereren politieke en sociale gevolgen heeft. De vraag daarbij is of zij zichzelf aan de zijlijn van de democratie mogen blijven positioneren. Ik geloof dat dat sowieso een illusie is: of ze nu willen of niet, de media zitten midden in de samenleving. Tegelijk vind ik deze illusie ook gevaarlijk en onwenselijk. Vanuit een denken over sociale verantwoordelijkheid van de media hebben zij de taak om de democratie (die kwetsbaarder is dan we veronderstellen) te beschermen en te koesteren. En dan betreft het hier niet alleen de formele democratie en het ritueel van de verkiezingen, maar dan gaat het ook om onze democratische basiswaarden zoals gelijk(waardig)heid, broederlijkheid en verdraagzaamheid. Want zonder die waarden is de formele democratie inhoudsloos, een verzameling dode teksten en zinloze regels.

Deze democratische mediaverantwoordelijkheid strekt zich dan ook uit tot de berichtgeving en beeldvorming over het Vlaams Blok. Een partij, uitdrukkelijk veroordeeld voor racisme, die onverdraagzaamheid ten opzichte van de andere en de vreemde uitademt, die op een semi-verdoken manier dweept met dwang, geweld en autoriteit, die een constante machtshonger combineert met een populistische en schadelijke kritiek op de andere partijen en die zichzelf als enige en echte vertegenwoordiger van ‘het volk’ ziet, kan niet aanvaard worden als een politieke partij zoals de andere partijen. Het is niet omdat een partij (formeel) democratisch verkozen is, dat zij democratisch is. Het is niet omdat een partij een miljoen mensen weet te verleiden om voor haar te stemmen, dat zij plots democratisch wordt. Het is niet omdat een kwart van de uitgebrachte stemmen naar het Vlaams Blok is gegaan, dat zijn mandatarissen getransformeerd worden tot verlichte democraten. En het is niet omdat deze partij de tweede van Vlaanderen is geworden, dat haar handelen en haar beslissingen per definitie democratisch zijn.

Vanuit hun democratische verantwoordelijkheid is het aan de media om dat aan hun publiek duidelijk te maken. We hebben dan ook meer (en niet minder) media-aandacht voor het Vlaams Blok nodig, maar wel van een andere aard en vorm. Wat we tot nu te veel gezien hebben, zijn benaderingen die het Vlaams Blok positioneren als een gewone politieke partij. Ze worden voor en achter de schermen met vriendelijke egards omringt, ze worden gezeten naast de ‘andere’ politici, ze zijn gewone politieke opponenten geworden, en verliezen daardoor het label van ondemocratische partij en worden salonfähig gemaakt. Wat we ook te veel gezien en gelezen hebben, zijn de pseudo-kritische benaderingen van het Vlaams Blok, die door de Vlaams Blok-politici met een ongeziene efficiëntie getransformeerd worden tot een open platform waar steeds hetzelfde schadelijke discours herhaald kan worden.

Hier kan alleen maar terughoudendheid bepleit worden, waarbij journalisten zichzelf steeds elke keer opnieuw de volgende vragen moeten stellen. Is het noodzakelijk en relevant dat een Vlaams Blokvertegenwoordiger uitgenodigd wordt? Hoe maak ik als journalist duidelijk dat deze partij anders en ondemocratisch is? Hoe kan ik de basiskenmerken (onverdraagzaam, semi-autoritair, gewelddadig, machtshongerig en ondemocratischpopulistisch) van het Vlaams Blok blootleggen? Welke argumenten kan ik tegen het Vlaams Blokdiscours inbrengen? Hoe kan ik eventuele leugens ontkrachten? Maar wat we vooral te weinig gezien hebben, is een volgehouden en consequente stroom aan berichten die toont en uitlegt waarom het Vlaams Blok ondemocratisch is. Louter het label ‘ondemocratisch’ proberen opkleven, volstaat niet meer, we hebben meer en nieuwe feiten nodig.

Het onverdraagzame, semi-autoritaire, gewelddadige, machtshongerige en ondemocratisch-populistische karakter van het Vlaams Blok is een analyse die op feiten steunt, die door de media dan ook op een objectieve manier getoond zou kunnen worden. Er is een volgehouden inspanning en een consequent beleid nodig binnen de ‘gewone’ mediaberichtgeving, aangevuld met vormen van onderzoeksjournalistiek.

Meestal wordt een dergelijke benadering weerlegd met de uit spraak dat de media neutraal moeten blijven tegenover een politieke partij. Hierbij wil ik echter de vraag stellen hoelang de media het zich nog zullen kunnen veroorloven om zich neutraal op te stellen tegenover een dergelijke bedreiging van onze democratie. Het is mijns inziens de taak van de media om hier kant te kiezen, voor de bescherming van onze democratische basiswaarden, en niet voor een misplaatste opvatting van neutraliteit. Het is evenzeer aan de media om het belangrijkste objectieve feit dat over het Vlaams Blok bestaat, hun onverdraagzaamheid, niet te verzwijgen. Momenteel wordt dit wezenlijke feit nog te veel weggelaten, om voorrang te geven aan andere (secundaire) objectieve feiten. Cru gesteld, mijn vraag is hier of media die niet berichten over de onverdraagzaamheid van het Blok, nog wel objectief genoemd kunnen worden.

Dat betekent echter niet dat we terug moeten naar een steriele, paternalistische, expertgerichte berichtgeving, of dat we alleen in strategische termen van stemmenwinst annex verlies over het Vlaams Blok moeten gaan denken. Wat nu wel hoogdringend wordt, is dat we een berichtgeving over het Blok krijgen die kritisch, ethisch en objectief is. Een berichtgeving die het Vlaams Blok consequent toont zoals het is.

Back