ORCA Persconferentie: 9 februari 1995


Wat te doen?

Deze twee rode draden (zie hoofdstuk 'wat en waarom' voor tekst en uitleg over deze twee rode draden) liggen rechtstreeks in het verlengde van het ontstaan van ORCA. Het is duidelijk dat de overheid nog steeds pogingen wil doen om het decreet aan te passen. Tegelijk echter wil de overheid geen fundamentele herziening doorvoeren maar enkel kleine correcties. Aangezien wij menen dat het na meer dan 15 jaar wanbeleid de hoogste tijd is om een aantal concepten en vertrekpunten van deze wetgeving te gaan herdenken, wenst ORCA een bijdrage te leveren tot de discussie.

Deze vaststelling leidde tot het bij elkaar brengen van een aantal (min of meer) gelijkgezinde radio's, waarbij de belangrijkste voorwaarde de non-commercialiteit van de betrokken radio's is. Deze radio's getuigen van een structureel verschillende instelling ten opzichte van het merendeel van de huidige audio- visuele media. De zoektocht naar niet-commerciele radio's leidde tot de vaststelling dat in Vlaanderen vermoedelijk slechts vier radio's aan deze voorwaarde voldoen. Omdat wij uitermate veel belang hechten aan dit aspect van media - niet-commercialiteit staat immers gelijk met onafhankelijkheid ten opzichte van de terreur van de smaak van de gemiddelde luisteraar en leidt dus tot meer artistieke vrijheid - willen wij het kader (waarbinnen deze radio's nu eenmaal moeten functioneren) optimaliseren, waardoor de bestaande niet-commerciele radio's beter tot hun recht kunnen komen en waardoor een aantal nieuwe levensvatbare niet-commerciele radio's kunnen ontstaan.

Het is echter een illusie te veronderstellen dat het overheidsbeleid op het gebied van niet-openbare radio een losstaand feit is. Dit overheidsbeleid is een onderdeel van het Vlaamse mediabeleid en kan hier niet van losgekoppeld worden. Zoals het bovenstaande televisie-verhaal illustreerde, zijn een aantal analyses en kritieken gelijklopend. Daarom wordt ORCA opgesplitst in twee onderdelen (ORCA-1 en ORCA-2) die elk een specifieke taak zullen waarnemen.

ORCA-1 zal zich beperken tot het leveren van een kritische analyse van de situatie van de niet-openbare radio in Vlaanderen. ORCA-1 wenst de spreekbuis te zijn van die enkele niet-commerciele radio's die in Vlaanderen het hoofd boven water hebben weten te houden. Daarnaast wenst ORCA-1 de cošrdinatie van verschillende vormen van samenwerking tussen de betrokken radio's op zich te nemen. Elke aangesloten radio heeft een vertegenwoordiger in ORCA-1. Beslissingen worden bij consensus genomen, wat in de praktijk neerkomt op een veto-recht van de leden. Leden van ORCA-1 zijn momenteel RADIO CENTRAAL (Antwerpen), RADIO KATANGA (Aalst), RADIO PROGRES (St.-Niklaas) en RADIO SCORPIO (Leuven).

ORCA-2 wil een discussieforum leveren dat zich niet beperkt tot de rol van niet-openbare radio. ORCA- 2 staat niet alleen open voor medewerkers van niet-openbare radio's, maar voor alle betrokkenen uit de culturele en de academische sector en de media. De leden van ORCA-1 nemen de cošrdinatie van ORCA-2 waar. Het vertrekpunt van de analyse van ORCA-2 is na te gaan wat in het huidige audio-visuele mediabestel ontbreekt en vanuit deze vaststelling alternatieven te formuleren. Dit impliceert tegelijkertijd het herdenken van de openbare omroep, het zoeken naar andere financieringsbronnen - buiten reclame - voor prive-initiatieven en vooral het opwaarderen van cultureel zinvolle en sociaal relevante initiatieven.

De andere hoofdstukken van de ORCA Persconferentie

Korte samenvatting actiepunten