De GV, of Jan met de pet rukt op (1)

 

Er schijnt iets vreemd aan de hand te zijn met de voorbije jaren negentig. Als kind van mijn milieu — beide ouders van ondergetekende komen uit het weldenkende onderwijs — heb ik altijd gedacht dat mensen naar de televisie keken om weg te dromen, te ontsnappen aan de sleur van het dagelijkse leven. De kijkbuis, dat verderfelijke lichtgevende en aandacht-absorberende object in het centrum van de woonkamer-met-sanseveria’s-en praalvazen-voor-het-raam was in mijn gedachtenwereld dan ook hét symbool van al wat er mis zat in deze wereld. En omdat het leven zo klote was, en de mensen nood hadden aan afleiding, dompelden ze zich onder in de fantas(ma)tische werelden van de Ewings, de Brookes en Taylors en Brenda’s en B.A. Baracussen van het kleine scherm. Afleiding genoeg, daar op de flikkerende beeldbuis: steenrijke of op zijn minst gegoede personages die geen last schenen te hebben van een saaie job en zich met volle overtuiging op de belangrijke zaken des levens konden werpen: macht en intriges, actie en geweld, maar vooral veel liefde. Ja, het was aangenaam vertoeven in de jaren tachtig met zijn zekerheden over hoe de wereld en de mensen in mekaar zaten.

Maar tot overmaat van ramp gebeurde er midden jaren negentig iets wat niet paste in mijn nochthans weldoordachte wereldbeeld, en daarover zou ik het hier willen hebben: de opkomst van de GV (de Gewone Vlaming, te onderscheiden van de Bekende Vlaming) op het scherm. Het begon nog vrij bescheiden met Jan Van Rompay, die geïnteresseerd raakte in de mening van Klein Vlaanderen over vanalles en nogwat, zelfs als ze er geen mening over hadden. Daarna volgden Eerlijk Gezegd en Goedele (zij het dat Vlaanderens zelfverklaarde sexuologe zich af en toe nog eens laat verleiden tot het aan het woord laten van een expert die ons komt vertellen welke copulatie-positie normaal is). Maar we waren niet alleen geïnteresseerd in de mening van de GV, we wilden ook nog eens te weten komen wat ze deden en vooral wat ze daarbij voelden. Dus kwam Jambers op de proppen met Hete Kussen uit Salou en begon de VRT met Zwarte Vijvers en Het Leven Zoals Het Is.

Nu begrijpt u ongetwijfeld waarom deze tendens verontrustend is in mijn ogen. Dat men graag kijkt naar het wel en wee van aantrekkelijke, welstellende of hyperkinetische Fictieve Amerikanen, daar kan ik nog net bij. Maar om één of andere Vlaamse troela te volgen tot aan de Costa del Sol, en haar achtereenvolgens te zien afgaan als een gieter ten aanzien van een voormalig vakantie-lief waarop ze al haar amoureuze zinnen had gezet, haar zien op wraak zinnen en er bovendien nog niet eens in slaat om die wraak met verve ten uitvoer te brengen, tja, dat past niet in mijn escapistische denkpiste. Exit wereldbeeld dus, enter de vertwijfeling.

(wordt vervolgd)